Toen de mens zich vestigde, is de landbouw ontstaan. Daarna kwam de wijn, en dat mocht gerust in grote vaten zijn. Uiteraard vind je onze Belgische wijngaarden niet in de hoofdstad, maar de druiven worden er wel genaturaliseerd en geassembleerd. Zo is er een wijnkelder in de stad die inzet op duurzame biowijnen en lokale, rechtstreekse distributie. Bovendien wordt het afval door partners in de buurt verwerkt. Van circulaire economie gesproken! (zie ook optie B/second life) Ook belangrijk om zeggen: de overvloed aan kwalitatieve wijnwinkels in het stadscentrum is geen toeval. Zij plukken immers mee de vruchten van de sublieme wijnstokken. Vandaar ook de spectaculaire opmars van de natuurwijnen. Laten we ook de Brusselaars niet vergeten die hun heil in het buitenland zijn gaan zoeken. Ze laten ons hier in primeur proeven van hun topflessen. En onze restaurants? Die vullen er wat graag hun wijnkelder mee. Veel kans trouwens dat je sommelier een van de beste ter wereld is. Ons klimaat is misschien nog niet optimaal, maar Brussel en wijn, dat is nu al een liefdesverhaal. Met onze eerste crus (wit, rood of rosé) moeten we alvast geen schaamrood op de wangen vrezen, zelfs niet in vergelijking met de eerste grands cru’s! Voor wijn moet je dus in Brussel zijn!